Wat als het niet lukt om de hulp voor mijn kind te organiseren?
Soms lukt het de school niet om de extra hulp die jouw kind nodig heeft te geven. Soms noemt de school zichzelf dan handelingsverlegen. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is handelingsverlegen?’ Vaak komen er dan gesprekken over hoe het verder moet. Met de mentor of de zorg- of ondersteuningscoördinator bijvoorbeeld. Het samenwerkingsverband (SWV) kan daar misschien bij helpen. Misschien kan je kind tijdelijk niet (elke dag) naar school. Het is goed te weten dat je kind dan nog steeds recht heeft op onderwijs. De zorgplicht van de school betekent dat de school voor passend onderwijs moet zorgen, totdat er misschien een andere school is gevonden die beter bij jouw kind past. De school mag jouw kind niet uitschrijven totdat er een andere school is waar jouw kind is ingeschreven. Een school kan niet zeggen dat ze handelingsverlegen zijn als er nog geen plan is gemaakt voor jouw kind: een ontwikkelingsperspectief (OPP). Hier kun je als ouder altijd om vragen. Lees hierover meer onder de vragen: ‘Wat is een ontwikkelingsperspectief (OPP)?’ en ‘Wat betekent handelingsverlegen?’
Misschien is er een andere school die beter bij jouw kind past. Dat kan een andere middelbare school zijn, misschien met een ander niveau, maar ook een school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) of een praktijkschool. Dat jouw kind beter geholpen kan worden op een andere school, moet duidelijk worden uit het ontwikkelingsperspectief. De school en ouders moeten het daar met elkaar over eens zijn. Ook kinderen en jongeren hebben het recht hierover mee te praten en hun mening te geven. Voor plaatsing op een school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) of een praktijkschool, moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband. Lees hierover meer bij de vragen: ‘Wat is een ontwikkelingsperspectief (OPP)?’, ‘Wat is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV)?’, ‘Wat is voortgezet speciaal onderwijs (vso)?’ en ‘Wat is praktijkonderwijs?’